fbpx

De tijdelijke verhoging van de eenmalige investeringsaftrek van 8% naar 20% is één van de positieve gevolgen van de wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting van 25 december 2017 (BS 29.12.2017). Een bijzonder interessante maatregel.

Voor wie geldt deze verhoging van éénmalige investeringsaftrek?

Deze tijdelijke verhoging van 8% naar 20% geldt zowel voor natuurlijke personen als voor kleine vennootschappen. De verhoging heeft betrekking op de investeringen gedaan tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019.

Het heeft geen belang of de vennootschap een boekjaar per kalenderjaar heeft of een gebroken boekjaar, bijvoorbeeld met afsluitdatum op 30 september van ieder jaar. Voor investeringen in de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019 kan men genieten van de verhoogde aftrek.  

Voorbeeld: een vennootschap die afsluit op 30 september 2018 heeft 8% investeringsaftrek voor de investeringen gedaan van 1 oktober 2017 tot 31 december 2017 en 20% investeringsaftrek voor de investeringen gedaan van 1 januari 2018 tot 30 september 2018.

Het jaar 2019 is het laatste jaar waarin de tijdelijke verhoging van toepassing is. Vandaar dat het belangrijk is om dit bij de start van 2019 onder de aandacht te brengen.

Voor welke investeringen?

Het gaat hier om immateriële of materiële vaste activa die, tijdens het boekjaar, in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand zijn gebracht. Deze activa moeten in België worden gebruikt voor de beroepswerkzaamheid. Deze activa moeten ook over ten minste 3 jaar afgeschreven worden. Voorbeeld: investeren in magazijn, inrichting bedrijfsgebouwen, renovatiewerken, investeringen in machines.

Activa die niet uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepsactviteit worden gebruikt zijn uitgesloten, bijvoorbeeld laptops of smartphones. Ook uitgesloten zijn onder andere: personenauto’s voor dubbel gebruik, niet-afschrijfbare activa of activa die over minder dan 3 jaar afgeschreven worden en activa die worden verhuurd.

Investeringsaftrek of notionele intrestaftrek?

Indien een kleine vennootschap voor de eenmalige investeringsaftrek kiest, dan mag ze geen gebruik maken van de notionele intrestaftrek. Omdat de afgelopen jaren het percentage van de notionele intrestaftrek alleen maar gedaald is en door de nieuwe incrementele berekening van het voordeel, is het wellicht nuttig om gebruik te maken van de investeringsaftrek. Zeker voor kmo’s met een klein eigen vermogen zal de belastingbesparing het grootst zijn indien ze gebruik maken van de investeringsaftrek.

De experten van Finum Accountants berekenen wat in uw situatie het voordeligste is.

Cijfervoorbeeld van de investeringsaftrek

Bij een investering van 20.000 EUR kan een kleine vennootschap 4.000 EUR (20.000 EUR x 20%) aftrekken van haar belastbare winst. Indien de kleine vennootschap van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting gebruik kan maken, realiseert ze in dit voorbeeld een belastingbesparing van 816 EUR voor de investering tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019 (4.000 EUR x 20,40% tarief vennootschapsbelasting).

In de personenbelasting is het belastingvoordeel nog groter omdat de eenmalige investeringsaftrek wordt afgetrokken van de hoogste schijf waar de progressieve tarieven al snel 45% tot 50% bedragen.

Besluit

De overheid geeft met de tijdelijke verhoging van 8% naar 20% duidelijk aan dat ze nieuwe investeringen wil ondersteunen.

Daarnaast is de notionele intrestaftrek niet combineerbaar met de investeringsaftrek waardoor het voordeel alsmaar kleiner wordt.

Voor 2019 is de tijdelijk verhoogde eenmalige investeringsaftrek een heel interessante maatregel die u best mee in rekening brengt bij het plannen van nieuwe investeringen.

Lees ook

Advies Finum Accountants

Wilt u meer weten over uw voordelen van de eenmalige investeringsaftrek? Vraag gerust meer uitleg aan de specialisten van Finum Accountants, ze adviseren u graag.